woensdag 3 maart 2010

Hoe het vertrouwen terug kan keren in de politiek

Ik ga een poging wagen. Ik heb me zitten verbazen hoe de politiek steeds onaantrekkelijker wordt voor de burger, in ieder geval voor mij. De Nederlander in mij neigt dan om ze aan te klagen, om het op te geven, teleurgesteld te zijn. Terwijl ik tegelijkertijd veel bezig ben met vertrouwen en hoe je dat in organisaties kunt bouwen. Waarom dan niet in de politiek, dacht ik. En waarom niet een opbouwend stuk, in plaats van de politiek af te kraken? Maar afkraken is zo makkelijk, zo natuurlijk, zo gewoon, zegt een deel van mij. Ik zei het al; ik ga een poging wagen.
Of er vertrouwen is in een organisatie wordt voorspeld door drie factoren: betrokkenheid, beslissingsvrijheid en transparantie. Betrokkenheid is niet alleen een passieve voorspeller, namelijk of we ons betrokken voelen bij de politiek. Het is ook een actieve voorspeller; of we betrokken worden bij de politiek. Ik vind het moeilijk om betrokken te zijn en blijven bij de politiek, ik zeg het maar eerlijk. Als ik kijk naar de politici en de debatten, dan vind ik dat vaak niet iets waar ik warm van wordt. Betrokkenheid heeft heel veel te maken met of het dichtbij voelt. De dagelijkse politiek is voor mij geen goede afspiegeling van de maatschappij en mijn huidige wereld. Ik snap soms echt niet wat er wordt gezegd. Ik hoor zinnen die ik nooit in mijn ‘normale’ leven hoor en ik zie debatten die het afvuren van meningen zijn, terwijl de wereld veel meer op zoek is naar dialoog. Er wordt slecht geluisterd, terwijl in bedrijven het niet meer kan om alleen maar te zenden. Sterker nog; er is een stevige beweging in opkomst die zegt dat organisaties alleen maar kunnen overleven als ze goed luisteren naar de klant, de collega en in staat zijn gebruik te maken van het potentieel van mensen. Worden we betrokken bij de politiek? Nou, zeker wel in verkiezingstijd. Dan komen de politici naar ons toe, willen onze stem. Alleen, voor mij voelt dat dan manipulatief; als het ze uitkomt. Ik wil dat de politiek me altijd betrekt bij wat ze doen; niet alleen in verkiezingstijd.

De tweede voorspeller is beslissingsvrijheid. Het idee dat je ruimte krijgt om zelf dingen te beslissen over je eigen leven. Onderliggende gedachte is dat we volwassen mensen zijn die in staat zijn om gezinnen op te voeden, hypotheken te regelen, de lokale voetbalvereniging voor te zitten. In 20ste eeuwse organisaties werd daar veel te weinig vanuit gegaan en werden we gecontroleerd en gewantrouwd. Het tij is aan het keren. Veel organisaties snappen dat grote hiërarchische organisaties het niet meer gaan redden en dat de toekomst is voor bedrijven die hun medewerkers centraal zetten. Gewoon omdat zij het echte kapitaal zijn. In de politiek zou dit ook kunnen gaan spelen; de wereld is veel te complex om alles te kunnen weten en te kunnen snappen. Als je kennis hebt verkregen, dan is dat op hetzelfde moment waarschijnlijk weer verouderd. Het zou mooi zijn als de politiek veel interactiever zou worden. En dan bedoel ik niet de twitteraars in de kamer. Ik bedoel gebruikmaken van ons, de burger. Laat ons meepraten in de kamer; laat ons onze visie geven. Vraag ons om ideeën via nieuwe technologie. Stel ons vragen; we weten heel veel en we vinden het heel normaal dat jullie, politici, dat niet allemaal weten. Sterker nog; we zouden het fijn vinden als je dat af en toe ook gewoon zou zeggen.

De laatste voorspeller is transparantie. We vertrouwen mensen en organisaties als ze transparant zijn; als informatie en mensen toegankelijk zijn, open en kwetsbaar. Kijk maar eens hoe snel we Kemkers hebben vergeven, alleen omdat hij eerlijk en open zijn fout toegaf.
Transparantie en politiek schijnt tot nu toe niet goed samen te gaan. Er wordt informatie achtergehouden, er worden veel façades opgehouden en we vinden het heel normaal om van politici te horen dat ze dit nu echt niet met ons kunnen bespreken, dat het eerst uitgezocht moet worden, dat het niet het moment is om er iets over te zeggen. Dat, beste dames en heren politici, is de dood voor vertrouwen. We houden van openheid en eerlijkheid en verliezen veel vertrouwen door overleg in achterafkamertjes. Want, daarmee zeggen jullie in essentie dat jullie ons niet vertrouwen, dat jullie niet geloven dat wij in staat zijn goed met die informatie om te kunnen gaan. Het vervelende is dat vertrouwen en wantrouwen wederkerig zijn. Geef je vertrouwen, dan krijg je vertrouwen. Geef je wantrouwen, dan krijg je wantrouwen. Marc-Marie Huijbrechts zei in DWDD dat we stemmen op mensen die laten zien dat ze gewoon mens zijn, leuke, aardige mensen die midden in de maatschappij staan. En dat bereik je niet door in verkiezingstijd ineens leuk te doen en overal op TV op te treden. We zijn niet gek!

En tenslotte; we houden niet van grote ego’s. Althans ik hou er niet van en krijg veel signalen dat dit voor veel mensen geldt. Het tijdperk der reuzen is voorbij. We houden van normale mensen met fouten en hun eigen gekkigheden. We houden van mensen die ons belangrijk maken en die ons faciliteren om boven onszelf uit te stijgen. Grote leiders zijn bescheiden leiders, schreef Jim Collins als in zijn boek Good to Great.

Ik ben benieuwd waar de politiek heen gaat… En ik zie dat het me niet is gelukt niet te klagen over de dames en heren politici… Volgende keer!

Geen opmerkingen: