Bij de overheid hoort de
burger weer centraal te staan. En hoewel het raar is dat we dat grotendeels zijn
vergeten, is de urgentie om deze beweging te gaan maken nu wel erg hoog. De maatschappij
verandert in een razend tempo en daarmee onze ideeën over organiseren,
dienstverlening, medewerkerschap en leiderschap. De grote hiërarchische
gedrochten die we in het verleden hebben gebouwd, voldoen allang niet meer. En
dus horen we nu veel ideeën in de trant van: ‘de piramide op zijn kop’ en vaak nog
een stap verder: platte organisaties met zelfsturende teams die snel kunnen
inspelen op de vragen, wensen en vaak ook al antwoorden die de burger heeft.
We willen dat de
medewerkers die dag in dag uit in contact met de burger staan snel kunnen
handelen en proactief samenwerken met die burger. Die medewerker moet dus
zoveel mogelijk leiderschap laten zien. En om zoveel mogelijk leiderschap bij
medewerkers te stimuleren is ander leiderschap nodig. We noemen dit: Nieuw
Leiderschap. Dit verkennende artikel gaat over Nieuw Leiderschap. De essentie
en de toepassing, dilemma’s en kansen ervan bij het invoeren binnen lokale
overheden.
De essentie
Nieuw Leiderschap is niet
zo nieuw als de naam doet vermoeden. Het gaat om leiderschap dat ervoor zorgt
dat er zoveel mogelijk leiderschap bij medewerkers ontstaat. Dat klinkt simpel,
maar dat is het zeker niet. Nieuwe Leiders werken via de 3 R’en: Richting
geven, Ruimte bieden en Resultaten vragen. Vaak wordt daar nog Rekenschap of
Reflectie aan toegevoegd. De belangrijkste veronderstelling bij Nieuw
Leiderschap is dat medewerkers volwassen mensen zijn die veel meer kunnen dan
dat we vaak binnen de werkcontext aan ze vragen. En dus hebben ze ruimte en
vertrouwen nodig om hun potentieel te laten zien. Leiders faciliteren, coachen
en dienen medewerkers. Ze geven kaders, inspireren door voorbeeldgedrag te
laten zien en zorgen voor verbinding. Ze inspireren vooral door zichzelf te
zijn, kwetsbaar te zijn, transparant en bescheiden. En dat is wel wat anders
dan het leiderschap dat we de laatste eeuw hebben gezien. De omslag is dan ook
geen makkelijke en de crisis helpt daar niet bij. Het blijkt dat we in tijden
van crisis weer kiezen voor de macho leider, die het vervolgens overigens wel
weer slechter doet dan de meer dienende leider. En daar worstelen we dus mee.
Ik noem deze tijd de tussentijd; we transformeren naar een andere wereld van
werken. Terwijl we tegelijkertijd worden geconfronteerd met de erfenis van 100
jaar Tayloriaans denken.
Nieuw Leiderschap binnen de lokale overheid
Binnen de lokale overheid
is de urgentie om naar een andere vorm van leiderschap te gaan hoog en goed
doorgedrongen. Veel gemeenten zijn druk bezig om door middel van
opleidingsprogramma’s, andere selectie-eisen en cultuurprogramma’s uiting te
geven aan Nieuw Leiderschap. En ik zie prachtige voorbeelden van gemeenten die
hun nek uitsteken en echt anders gaan denken. Gemeentes die de burger zelf aan
het woord laten, goed inspelen op de veranderende wereld en dus ook aan de slag
zijn met ander leiderschap. Bij gemeenten zie ik bij de introductie van dat
nieuwe leiderschap een aantal dilemma’s opkomen die specifiek te maken hebben
met hun geschiedenis en context. Ik som ze hieronder op.
Alles komt van boven
Gemeenten zijn van
oudsher sterk hiërarchisch georiënteerd. Het college beslist en de gemeente
voert uit. Dat betekent dat de medewerkers gewend zijn om opdrachten te krijgen
die ze correct moeten uitvoeren. Niets meer en niets minder. Leiderschap om
proactief te denken en te handelen, zelf met oplossingen te komen en zelf
verantwoordelijkheid te nemen is in die zin vaak niet sterk gestimuleerd en ontwikkeld.
Die volgzame ‘genen’ zorgen voor een drempel om meer proactief en ‘out of the
box’ te denken en te acteren. Tegelijkertijd is leiderschap naar ‘boven’ toe
tonen, nog minder ontwikkeld. En hoewel de meeste gemeentes geen
afrekenreputatie kennen, zijn medewerkers erg voorzichtig om hun eigen
leidinggevenden aan te spreken. De –in deze tijd zo geroemde en noodzakelijk-
verticale dialoog ontbreekt grotendeels.
Bij ons is het goed en dat willen we graag zou
houden, shhhhhh…
Bij de overheid werken
betekende tot voor kort een veilige en voorspelbare loopbaan. Je kon er je hele
leven werken en je kon dit doen in een betrekkelijk rustige werkomgeving. Dit
is snel aan het veranderen, maar die ‘behouden’ cultuur is nog wel voelbaar bij
veel gemeenten. Op resultaten sturen was tot voor kort niet erg aan de orde en medewerkers
werden dan ook niet of nauwelijks erop afgerekend. Een kritische houding naar
elkaar wordt vaak ervaren als een kwetsende of in ieder geval de harmonie
verstorende actie. Dit zorgt er voor dat er vaak slecht en weinig feedback
wordt gegeven aan elkaar. Er is veel gedoogbeleid ontstaan in gemeentes:
medewerkers en managers die niet voldeden werden niet aangesproken om de
harmonie te bewaren en al zeker niet wordt feedback makkelijk onderling gegeven.
Dit levert overigens vaak schijnveiligheid op, omdat het ongemak wel voelbaar
is, maar niet wordt besproken. Bij Nieuw Leiderschap is feedback een belangrijk
middel om persoonlijk leiderschap te ontwikkelen en te stimuleren. Nieuw
Leiderschap is zeker geen ‘softe’ aanpak; het gaat om heldere kaders geven,
ruimte geven en tegelijkertijd resultaten vragen en mensen aanspreken als ze
hun leiderschap niet oppakken. Gedogen is daarbij geen optie.
Het college bedenkt, jullie voeren uit (en snel
graag!)
De gemeente is
afhankelijk van de richting en plannen van het college van B & W. Dit
college heeft een relatief korte zittingstermijn en heeft daarmee een grote ‘drive’
om binnen deze termijn belangrijke zaken zichtbaar voor elkaar te krijgen. Dit
vaak korte termijn en scoringsdenken staat op gespannen voet met het duurzame
denken dat opgesloten zit binnen het Nieuwe Leiderschap. Veel colleges zijn
daarbij gewend om de gemeenteorganisatie ‘slechts’ te gebruiken als
uitvoeringsorgaan. Nu binnen veel gemeenten leiderschap begint te groeien,
levert dit fricties op met de politieke bestuurders. Gemeenten die zelf ver
zijn in het denken over en uitvoeren van Nieuw Leiderschap komen nu in botsing
met bestuurders die nog een ‘ik vraag, jij draait’ houding hebben. Deze
gemeenten zien zich voor een nieuwe uitdaging geplaatst: het meenemen van die
bestuurders in hun denken over leiderschap en met de bestuurders co-creëren.
Ik doe mijn ding, doe jij nou maar de jouwe
De gemeente is een
conglomeraat van diensten en producten. En met de schaalvergroting wordt dit pakket
nog uitgebreider. In het Nieuwe Leiderschap is dit geheel van verschillende
onderdelen en disciplines op zich een prima gegeven, maar het is wel erg
belangrijk om de verbinding te maken tussen al die diensten en producten. Want
in die verbinding schuilt de kracht van de gemeente voor de burger, niet in het
‘eilanden denken’. In het verleden hebben afdelingen redelijk op zichzelf
kunnen functioneren en zijn zo vaak eilanden geworden. Het maken van
natuurlijke verbindingen door een gemeenschappelijk beeld en visie is de taak
van de Nieuwe Leiders. Dat is geen makkelijke taak omdat mensen, zeker in
tijden van crisis, neigen tot vergelijken en afzetten in plaats van verbinden.
Kansen voor Nieuw Leiderschap binnen lokale
overheden
Maar er is ook een
zonnige kant aan dit verhaal. De geschiedenis en context van lokale overheden
zorgen op een bijna organische manier voor een aantal randvoorwaarden
waarbinnen Nieuw Leiderschap juist gedijt. En omdat Nieuw Leiderschap juist gaat
over kansen benutten en waarderend kijken naar mensen en organisaties is dit
een mooi aanknopingspunt om naar de kansen voor Nieuw Leiderschap binnen
gemeenten te kijken.
Sterke visie en passie
Als je met medewerkers
binnen gemeenten praat over waarom ze doen wat ze doen, dan vertellen ze je prachtige,
bevlogen verhalen. De meeste medewerkers werken niet uit gemak bij een
gemeente, maar juist vanuit een enorme drive om de maatschappij een stukje mooier
te maken. En dat maakt dat ze heel goed voelen waar ze het voor doen en zo
enorm betrokken zijn. Die intrinsieke motivatie is een belangrijke motor voor
het ontstaan van leiderschap en het gezamenlijk werken aan de publieke zaak.
Richting geven hoeft daarmee voor leiders binnen lokale overheden geen
ingewikkelde activiteit te zijn. De passie is er al, kunst is om het vuurtje
aan te wakkeren en aan te houden. Ik zie overigens vaak managers die bijna een
kwaliteit hebben om het vuurtje te doven door hele ingewikkelde visies en
missies te formuleren die een hoog ‘boven over’ gehalte hebben en daardoor niet
inspireren. De taak is om in dialoog met medewerkers de passie en betrokkenheid
in gemeenschappelijke taal te vatten. Taal die medewerkers in het hart raakt,
omdat het in woorden vat wat medewerkers allang voelen.
Geen grote ego’s
Het van oudsher
ondergeschikte karakter van de gemeente heeft ervoor gezorgd dat medewerkers
zich doorgaans goed bescheiden kunnen opstellen. Bescheidenheid, zo las ik
laatst, is niet minder over jezelf, maar minder aan jezelf denken. Die bescheiden,
dienende cultuur zie ik terug bij leidinggevenden. En hoewel gemeenten vaak in
het verleden leidinggevenden hebben geselecteerd op basis van -onder andere-
sturend vermogen en besluitvaardigheid, is de geldingsdrang van deze
leidinggevenden vaak minder dan die van leidinggevenden in het bedrijfsleven.
Nieuw Leiderschap is leiderschap waarbij het niet meer om de leider draait,
maar juist om de medewerkers. De Nieuwe Leider faciliteert de medewerker en
geeft hem of haar het podium. Dan helpt het als het ego niet elke keer iets wil
zeggen of toevoegen.
Het verschil kunnen maken
Wat de gemeente doet en
niet doet heeft grote impact. Impact op het dagelijkse leven van de burger en
daarmee impact op de maatschappij. Als het een gemeente lukt om leiderschap te
stimuleren bij medewerkers waardoor deze samen met de burger aan de slag gaan
om een positief verschil te maken, kan dit tot veel waardering leiden. Het
maakt wel degelijk verschil of je een nieuwe werphengel ontwikkelt of dat je
ertoe kunt bijdragen dat burgers prettiger leven en werken. Dat laatste zien en
voelen mensen. Als het gemeentes lukt om hun van oudsher degelijke en
betrouwbare karakter aan te vullen met proactieve en meer ‘lef-achtige’
randjes, dan kunnen gemeenten grote stappen vooruit doen. En zo het verschil
maken…
Afronding
Nieuw Leiderschap binnen
gemeenten heeft een mooie toekomst. Richting geven en Ruimte bieden lijken
ingrediënten die door de geschiedenis en cultuur van gemeentes goed eigen te
maken zijn of dat al zijn. Resultaten vragen vraagt meer van gemeenten. Er zal
in veel gevallen flink moeten worden geïnvesteerd in het ‘afspreken’ en ‘aanspreken’.
Leiders moeten zorgen voor duidelijkheid en zelf het goede voorbeeld laten
zien. Zich niet verstoppen in vergaderzalen en achter een imago van
onaantastbaarheid, maar juist dichtbij zijn en zoveel mogelijk zichzelf. De
liefdevolle confrontatie mag daarbij niet worden geschuwd, want het gaat echt
ergens over wat gemeentes doen. Gemeenten die gaan staan, hun nek uitsteken
voor de burger en leiderschap naar alle kanten toe vertonen, zijn, in mijn
opinie, de gemeenten die inspireren en verbinden. En daar zoeken en verlangen wij
allemaal naar.
Over de auteur
Tica Peeman (1970) is
eigenaar van VIStrainingen en auteur van een aantal boeken waaronder haar
laatste boek: ‘Nieuwe Leiders gevonden’ (2012). Zij geeft samen met haar
collega’s trainingen en workshops op het gebied van persoonlijk en Nieuw
Leiderschap. Ze werkt al jaren intensief en met veel plezier samen met KING.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten